Fenolisch (AC)

Geurstof Fenolisch combineer je het beste met geurstoffen die zijn scherpe, rokerige karakter in balans brengen of juist versterken in een gecontroleerde compositie.

Denk aan:

• Houtachtige noten zoals cederhout of guaiacwood – die versterken het rokerige aspect.
• Leerakkoorden – fenol is hier bijna onmisbaar voor die diepe, vintage leernoot.
• Balsemachtige of ambernoten zoals labdanum of styrax – die verzachten de hardheid van fenol.
• Bloemige noten zoals jasmijn of ylang-ylang – voor contrast en complexiteit.
• Citrusnoten – zoals bergamot of grapefruit – om het geheel op te frissen en te verlichten.

 

Naast de eerder genoemde houtachtige, leerachtige en ambernoten, zijn er nog meer geurstoffen die verrassend goed samengaan met fenol:

• Teerachtige noten zoals cade-olie of berkenteer – versterken het rokerige, medicinale karakter.
• Kruidige noten zoals kruidnagel (eugenol) of zwarte peper – voegen warmte en diepte toe.
• Aromatische harsen zoals olibanum (wierook) of mirre – geven een mystieke, balsamische ondertoon.
• Groene noten zoals galbanum of tomatenblad – zorgen voor een spannend contrast met het donkere karakter van fenol.
• Dierlijke noten zoals castoreum of civet (synthetisch) – versterken het leerachtige aspect en geven sensualiteit.

 

Andere geurstoffen met een fenolisch karakter:

• Guaiacol – ruikt rokerig, medicinaal en houtachtig; komt van nature voor in rook en wordt vaak gebruikt in leer- of whisky-akkoorden.
• Cresol – heeft een scherpe, teerachtige geur; wordt soms gebruikt in dierlijke of leerachtige parfums.
• Thymol – een fenol uit tijmolie met een kruidig-medicinale geur.
• Eugenol – de belangrijkste geurstof in kruidnagel; warm, kruidig en licht fenolisch.
• Berkenteer – extreem rokerig en leerachtig; klassiek in mannelijke parfums en vintage leercomposities.
• Cade-olie – een teerachtige olie met een intens rokerige, fenolische geur, vaak gebruikt in nicheparfums.